Hoofdstuk 3

GEWIJZIGDE ROUTES TUSSEN LUKAVAC EN SREBRENICA

Er was een korte route naar Srebrenica – pal naar het Oosten en er was het belangrijke vliegveld van Tuzla, op 15 kilometer afstand van Lukavac. Dat was ten tijde van de verkenning nog gesloten, maar dat vliegveld zou een mooie aan- en afvoerroute kunnen vormen voor verlofgangers en humanitaire hulpvluchten van de VN – men hoopte dat dit open ging.

DUTCHBATT OP LOCATIE SREBRENICA + VISOKO – ROUTE VIA TUZLA

Maar het kwam er niet van. Het gebruik en bezit van het vliegveld werd betwist door de strijdende partijen en de Serven hadden de korte route naar Srebrenica afgesloten….. “Het was te gevaarlijk”. Na aankomst in het operatiegebied in januari 1994 werd de opdracht voor het 11 Infbat opnieuw gewijzigd. Dutchbat werd gesplitst in een optreden met het grootste deel Dutchbat en Staf in Srebrenica en de Alfa-Cie van Dutchbat op het vliegveld Tuzla.

Maar ook deze laatste bestemming werd gewijzigd. De Alfa-Cie, werd uiteindelijk in mei 1994 in de zogenaamde Sapna Finger ingezet. Dit was een Moslimgebied gelegen ten Oosten van Tuzla en aan drie zijden omringd door Bosnisch-Servische strijdkrachten met Simin Han als belangrijkste plaats. Zij kregen daar een beveiligingstaak.

Hoe dan ook, vanuit de locaties Tuzla kon je, als je normaal door kon rijden en niet al te veel oponthoud had van de Servische Checkpoints in 1 ½ uur via Zvornik in Srebrenica komen, vanuit Lukavac duurde dat iets langer. Maar ook die route werd gesloten.

Achtergrond hiervan was dat in April 1994 in de buurt van de Noordelijke route (Tuzla – Zvornik – Srebrenica) een incident plaats vond: (Operation Bøllebank). Het was de eerste gevechtsoperatie uitgevoerd door het Deense leger sinds de WOII. Een Deense eenheid, deel uit makend van UNPROFORs Nordic Batallion (Nordbat 2) dat in Tuzla was gestationeerd, werd overvallen door hevig artillerievuur van Bosnisch-Servische militairen van de Šekovici Brigade. -> incident Deense Leopards

De hinderlaag wordt afgeslagen en de strijd in het voordeel van de Denen beslist doordat zij reageerden door met hun Leopards vuur uit te brengen. Gefrustreerd sloten de Serven daarna de route af. Hierdoor kon de Noordoostelijke route van Tuzla naar Srebrenica niet meer gebruikt worden en moest er 350 km om gereden worden. VAN LUKAVAC NAAR SREBRENICA VIA SARAJEVO EN NIET MEER VIA TUZLA

Samenvattend: Doordat de samenvoeging met het Transport-Bataljon in Visoko in Centraal Bosnië – waarvan op dat moment al sprake van was – niet door ging en het Support Command dus in Lukavac moest blijven, wordt – ook nog eens na sluiting van de noordoostelijke route – de te rijden afstand het dubbele en als zodanig veel te groot ten opzichte van de route vanuit de aanvankelijk geplande locatie in Visoko. Zodoende wordt de opdracht eigenlijk ernstig belemmerd zo niet onmogelijk. Lukavac is in de nieuwe situatie als het ware uit de koers komen te liggen. Er werd daarna geopperd (vanuit de beleidsstaf in Den Haag) dat er een deal zou komen met de Engelsen en Fransen: zij zouden het Support Command helpen met het transport, maar daar is nooit echt wat van terechtgekomen.

Toen de Britse generaal Michael Rose, in zijn hoedanigheid van commandant van het Bosnië Hercegovina Command in de 2e helft van februari (1994) opdracht gaf aan de infanteristen om op 1 maart Srebrenica binnen te trekken betekende dat in eerste instantie een groot logistiek probleem. Het Support Command was als logistieke eenheid nog niet ontplooid en de vereiste voorraden waren er bij lange na nog niet.