Hoofdstuk 4
CITAAT SREBRENICA RAPPORT NIOD OVER VOORBEREIDING EN ONTPLOOIING
“Op grond van de beschikbare kennis over weer- en klimaatomstandigheden, het terrein, de bestaande infrastructuur, oorlogsschade, kennis over de strijdende partijen en het mandaat van UNPROFOR, was het mogelijk de behoeften aan personeel en materieel globaal vast te stellen. De specifieke invulling van onderdelen, zoals de minimale niveaus van voorraden éénmalig benodigd materieel bijvoorbeeld voor de bouw van onderkomens en aanverwante zaken, kon pas worden vastgesteld als het inzetgebied bekend was. Op de dag dat Dutchbat klaar moest staan voor vertrek naar voormalig Joegoslavië, 1 januari 1994, bestond er nog geen afgeronde organisatietabel en autorisatiestaat. Pas na de aanwijzing van Srebrenica als gebied waar het bataljon naar toe zou moeten en eigen verkenningen in november/december 1993 en in januari 1994 was invulling van specifieke behoeften in verband met het inzetgebied mogelijk”.